bejubeld
Uiterlijk
- be·ju·beld
- vervoeging van bejubelen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: | bejubelen… |
verbogen vorm: | bejubelde |
bejubeld
- voltooid deelwoord van bejubelen
vervoeging van: | bejubelen… |
verbogen vorm: | bejubelde |
bejubeld